De Indiase diaspora floreert. In ieder geval op het gebied van economie en carrière. Indiase Amerikanen zijn uitgegroeid tot de rijkste etnische groep in de Verenigde Staten. De rijkste familie van het Verenigd Koninkrijk is de Indiase familie Hinduja. Daarnaast zijn er talloze bekende technologische bedrijven die geleid worden door Indiërs. Zo hebben Microsoft, Alphabet (Google) en Adobe een Indiase CEO. In de politiek komen Indiërs nu ook steeds meer naar voren. Zo is de premier van het Verenigd Koninkrijk van Indiase afkomst. Eén van de grootste politieke leiders in het Canadese parlement is ook van Indiase afkomst. Zouden we hetzelfde kunnen zeggen over de Hindoestaanse diaspora, een zijtak van de Indiase diaspora? Zijn Hindoestanen ook zo succesvol op sociaaleconomisch en politiek gebied?
Hindoestanen zijn in Suriname als contractarbeiders gestart. Zij werkten keihard, onder erbarmelijke omstandigheden, op het land zodat hun nakomelingen het beter zouden krijgen. Daarmee hebben de Hindoestanen een instinct om te overleven gecreëerd. Zij hebben de magere beloningen die zij als contactarbeider kregen weten te gebruiken om grote landbouwbedrijven op te zetten. Als in de eerste instantie gemarginaliseerde Surinaamse groep wisten zij daarmee snel de Surinaamse landbouw te domineren. In Paramaribo begonnen Hindoestanen als ambachtslieden en winkeliers. In de jaren 50 van de vorige eeuw waren Hindoestanen in vrijwel alle sectoren van de Surinaamse economie doorgedrongen. Hindoestanen werden erg succesvol in de handel. Er is in Suriname een klasse ontstaan van welvarende Hindoestaanse zakenfamilies. Daarnaast zijn de Hindoestanen in Suriname ook toonaangevend in de juridische en medische sector. De welvaart van de Hindoestanen in Suriname valt vaak niet af te leiden uit algemene Surinaamse statistieken. De Hindoestanen hebben zich ook politiek laten vertegenwoordigen door de VHP, die de huidige Surinaamse president heeft geleverd.
In Nederland kregen de Hindoestanen een nieuwe start. In Den Haag, waar de meeste Hindoestanen naartoe trokken, zijn veel Hindoestanen bij de Rijksoverheid gaan werken. Hindoestanen hebben hun overlevingsinstinct ingezet om een goede positie te verwerven in de maatschappij. Hindoestanen zijn sociaaleconomisch erg goed geïntegreerd in Nederland. Hindoestanen zijn wederom veel terug te vinden in de medische en juridische sector. Daarnaast is de participatie aan het hoger onderwijs van Hindoestanen even hoog als die van autochtone Nederlanders. Hindoestaans ondernemerschap is zichtbaar op de Paul Krugerlaan van Den Haag, gevuld met Hindoestaanse winkels. Zowel in Suriname als in Nederland zijn Hindoestanen, naar mijn mening, te beschouwen als een sociaaleconomisch succesvolle groep.
In Suriname waren Hindoestanen een assertieve en trotse gemeenschap die voor zichzelf opkwam. In Nederland hebben de Hindoestanen een bescheidenere houding aangenomen. Hindoestanen hebben hunzelf georganiseerd in stichtingen, scholen en gebedshuizen. Maar de buitenwereld heeft in Nederland weinig te horen gekregen van de Hindoestanen, een gemeenschap van rond de 180000 mensen. Als we het absoluut bekijken zijn er wel degelijk Hindoestaanse politici. Er is wel sprake van relatieve ondervertegenwoordiging van Hindoestanen in de Nederlandse politiek. Er zijn dus te weinig Hindoestanen in de Nederlandse politiek. Er is nog nooit een Hindoestaanse burgemeester geweest. Of een Hindoestaans kabinetslid. Politiek gezien zijn de Hindoestanen in Nederland dus minder succesvol. Hoe komt dit?
Er zijn verschillende verklaringen voor de beperkte politieke successen van de Hindoestaanse gemeenschap. Ik denk dat twee dingen daarbij doorslaggevend zijn: cultuur en identiteit. In de eerste instantie cultuur omdat de Hindoestaanse opvoeding in Nederland was gefocust op studie en een goede baan. Uitspreken over rechten en je eigen gemeenschap is daarmee minder relevant geworden. Daarnaast kan identiteit een verklaring zijn. Hindoestanen hebben, tot nu toe, een identiteitscrisis opgebouwd. Ik denk dat Indiërs daar minder last van hebben. We kunnen als Hindoestanen trots zijn op onze sociaaleconomische successen als gemeenschap. Als we hiernaast onze identiteit sterker uitdragen kunnen we effectiever voor ons belang opkomen. Laten we dat dan ook doen.