Een suikertaks kan ervoor zorgen dat er minder suiker in cola komt of dat mensen minder cola zullen kopen. Dit zou een gezond alternatief zijn voor iedereen, en vooral voor Hindoestaanse Nederlanders. Zij lopen namelijk een relatief hoger risico op diabetes type 2.
Jaren geleden toonde medisch wetenschappelijk onderzoek al aan dat maar liefst 40 procent van de 60-jarige Hindoestanen in Den Haag diabetes type 2 heeft.
Hoewel de exacte oorzaken nog niet volledig duidelijk zijn, is het zeker dat een verandering in eetpatroon kan helpen om dit te voorkomen. Apotheker Prem Adhien (die zelf Hindoestaans is), staat daarom op een warme augustusdag op het Milan festival in Den Haag. Dit festival, dat voornamelijk wordt bezocht door de Hindoestaanse gemeenschap, draait om eten, drinken en muziek. Adhien was hier aanwezig om de buikopvang te meten en consultancy te geven over gezonde voeding.
Adhien kampte helaas zelf ook met overgewicht. Een paar jaar geleden keek hij in de spiegel en dacht: ‘ik lijk precies op mijn ooms’. Zijn ooms en nog vele anderen in zijn omgeving hebben last van diabetes.
De apotheker wilde dit voor zichzelf voorkomen en is flink aan de slag gegaan. “Ik kwam in 2016 terug van een vakantie in het buitenland en dacht: ‘ik loop het risico om diabetes te krijgen’. Toen ben ik zelf begonnen met het aanpassen van mijn levensstijl en ben ik 10 kilo afgevallen.”
Met zijn achtergrond als apotheker wist Adhien wat er moest gebeuren. Maar voor veel mensen is het niet gemakkelijk om dit te realiseren. Bovendien heerst er een gevoel van lotsbestemming. “Ze hebben het idee dat diabetes erbij hoort. Ze zien hun oom, opa, iedereen heeft het.” Waarbij snel gedacht wordt dat het normaal is en niet te voorkomen is.
Volgens Adhien speelt de eetcultuur binnen de Hindoestaanse gemeenschap een grote rol. “We consumeren veel koolhydraten, zoals een bord met 80 procent witte rijst, groenten en aardappelen. Hindoestanen die vegetariërs zijn consumeren alternatieve eiwitbronnen, zoals peulvruchten, maar dat zijn ook grote hoeveelheden koolhydraten.”
Adhien is van mening dat aanpassingen mogelijk zijn. Hoewel het even wennen kan zijn. “Ik begon zilvervliesrijst te eten in plaats van witte rijst. De eerste week vond ik het niet lekker, maar daarna wel.”
“Hetzelfde geldt voor thee, ik dronk vroeger thee met drie scheppen suiker. Ik ben gestopt met het toevoegen van suiker. Op deze manier heb ik geleidelijk aan mijn inname van koolhydraten verminderd. Daarnaast ben daarna ik meer gaan bewegen. Niet per se in de sportschool, maar bijvoorbeeld door de trap te nemen in plaats van de lift.”
Adhien is niet tevreden over het Nederlandse beleid met betrekking tot gezonde voeding. Hij vindt dat het te ver afstaat van de mensen. “Ik denk dat het preventiebeleid niet veel mensen bereikt. Mensen negeren boodschappen die lijken op die van Postbus 51, terwijl het belangrijk is om hen bewust te maken.”
Adhien geeft liever advies in een kleinschaligere setting, zoals op het Haagse Milan festival. “Tijdens Milan (Hindoestaans voor ‘ontmoeting’) meten we de buikomvang en geven we advies. Bijvoorbeeld voedingsadvies en we adviseren mensen ook om contact op te nemen met hun huisarts als dat nodig is. Op deze manier kunnen we in de preventiemodus terechtkomen.”
Het feit dat er in Nederland nog steeds geen belasting wordt geheven op suikerhoudende frisdranken ziet Adhien als een gemiste kans. “Hindoestanen drinken veel frisdrank. Op feestjes zie je geen tafel met bier en wijn, maar een tafel vol frisdrank en wat whiskey.”
Adhien gelooft dat het beter zou zijn als er minder suiker wordt toegevoegd in frisdrank. Internationaal onderzoek toont aan dat wanneer er extra belasting wordt geheven op suiker en dit wordt doorberekend aan de fabrikant, er minder suiker in de frisdrank wordt gestopt.