Den Haag – Op 1 mei 2025 verzamelen ruim 250 Nederlandse hindoes zich op Plein 1813 in Den Haag. Jong en oud, met spandoeken, bloemen en kaarsen. Niet om te schreeuwen, maar om gehoord te worden. Hun doel: een vredesmars naar de Pakistaanse ambassade – een stille, maar krachtige oproep na een bloedige aanslag in India waarbij minstens 26 hindoes zijn vermoord. De aanval vond negen dagen geleden plaats in Pahalgam, in de Indiase regio Kashmir. Volgens getuigen vroegen de daders – extremistische islamisten – expliciet naar de religie van hun slachtoffers. Alleen wie geen hindoe was, bleef in leven.
Voor Lalit Bhusal van Stichting Damroo is het duidelijk: “Terrorisme is een bedreiging voor ons allemaal. Binnen het Sanatana Dharma, het hindoeïsme, is geen plek voor geweld. Wat er in Pahalgam is gebeurd, raakt ons tot in onze ziel. Voor het eerst werd er bij een aanslag expliciet naar iemands religie gevraagd voordat ze werden geëxecuteerd. Daarom staan we hier. We keren ons niet tegen een geloof, maar tegen terreur.”
Zwijgen kan niet meer
De deelnemers lopen met een duidelijke boodschap. Ze eisen gerechtigheid, erkenning én zichtbaarheid voor geweld tegen hindoes wereldwijd. Want, zo zeggen velen: “Wanneer het om hindoes gaat, blijft het vaak stil in Nederland.”
Ook Dewi Jairam, directeur hindoevormingsonderwijs, vraagt zich dat hardop af: “Waarom benoemen media niet dat de slachtoffers hindoes waren? Waarom wordt religieuze identiteit verzwegen wanneer het om onze gemeenschap gaat?” Jairam ziet de gevolgen ook dichter bij huis. Ze ontwikkelt lespakketten over het hindoeïsme en hoort schrijnende verhalen. “Hindoekinderen worden gepest. Ze krijgen te horen: ‘Jullie aanbidden koeien’ of ‘je gelooft in apen en olifanten’. Ouders melden dit zelden. En ja, het is pijnlijk om te zeggen, maar vaak komt dit pestgedrag van andere religieuze groepen, vooral moslimkinderen. We moeten eerlijk durven zijn als we willen bouwen aan een veiligere schoolomgeving voor álle kinderen.”
Trots en zichtbaar zijn
Ook Sharona van D-Tribe (33) is aanwezig bij de mars. Zij startte samen met twee andere hindoes de actie Proud to Be Hindu, waarmee ze hindoetrots en verbondenheid zichtbaar wil maken. Meer dan dertig mensen sloten zich in drie dagen aan in de groepsapp. “We willen laten zien dat we er zijn, dat we trots zijn op wie we zijn. We worden online gebashed omdat we opkomen voor onze eigen roots. Maar als wij het niet doen, wie dan wel?”

Sharona verwijst naar de haatreacties die volgden op sociale media nadat Nederlandse hindoes zich uitspraken over de aanslag. “Er werd gevraagd waarom we niet over andere issues praten. Maar wij staan tegen alle moorden. Dit gaat over onze gemeenschap, over onze roots. Dat mag je niet negeren.”
Media-aandacht blijft uit
De demonstranten delen ook hun frustratie over de media. “Waarom blijft het zo stil in Nederland als het om hindoes gaat?” vraagt Bhusal. “We hebben de westerse pers nauwelijks gehoord over de getroffen hindoes bij deze aanval. Er wordt zelden goed onderzoek gedaan. Journalisten tikken snel iets over van het internet, zonder contact te zoeken met de families en slachtoffers die het incident hebben overleefd en die de pijn écht voelen. Dáár begint het echte verhaal.”
Bhusal roept de Nederlandse media op om de hindoe-gemeenschap niet langer te negeren. “De geschiedenis van religieus geweld tegen hindoes is lang en pijnlijk. Denk aan de vergeten tragedie van de verdreven Kashmiri Pandits. Dit is geen politiek verhaal. Dit gaat over mensen.”

Geen haat, maar hoop
De mars eindigt bij de Pakistaanse ambassade. Maar de oproep tot gerechtigheid stopt daar niet. Deze demonstratie is geen protest van haat, maar van hoop. Want als religie wordt gebruikt als excuus voor kogels, moet solidariteit ons schild zijn.